Leila is weduwe. Samen met haar 12-jarige zoon Amir en haar 2-jarig dochtertje woont ze in een huurkamer. De fabriek waar ze werkt, zit in moeilijke papieren en ze vreest ontslagen te worden. Trouwen met buschauffeur Kazem zou een oplossing voor haar financiële problemen kunnen zijn. Maar Kazem heeft een dochter van 12 jaar en volgens een Iraanse religieuze traditie mag een jongen niet met een meisje onder één dak wonen als ze geen bloedverwanten zijn. Kazem stelt voor om Amir ergens anders te laten wonen tot zijn dochter gehuwd is, Leila wil dat niet. Als het dochtertje van Leila zwaar ziek wordt en enkel Kazem geld heeft om de dure medicatie te betalen, staat Leila voor een hartverscheurende keuze.
Mahnaz Mohammadi vertelt haar verhaal op een filmisch hoog niveau, sober en authentiek, als in de Italiaanse neorealistische traditie waarin ook veel verhalen zich afspelen onder de arme, werkende klasse. Zij geeft kritiek op de hedendaagse Iraanse maatschappij waarin vrouwen voortdurend worden vernederd en niet hun eigen keuzes kunnen maken. Meedogenloze, patriarchale en rigide religieuze tradities rukken families uit elkaar.