Balloon: Kijken naar toekomst, verleden én elkaar
door Hanne Schelstraete
Wat is het verschil tussen een condoom en een ballon? Deze vraag klinkt haast als het begin van een slechte mop, maar is wel dé vraag die ‘Balloon’ voortstuwt. De zevende langspeelfilm van de Tibetaanse regisseur Pema Tseden (° 1969) bevestigt het talent van een visueel verhalenverteller die door MOOOV Filmfestival in de volgspot geplaatst wordt met een Oeuvreprijs.
Na ‘One Child Nation’ (Nanfu Wang, Lynn Zhang) en ‘So Long, My Son’ (Wang Xiaoshuai) toont ook Tseden de schaduwzijde van de Chinese geboortebeperking. Als voorloper van de eenkindpolitiek werd in 1980 drie kinderen per gezin het absolute maximum. De gevolgen waren voelbaar tot op het Tibetaanse platteland, waar schapenherder Dargye en zijn vrouw Drolsma al drie zonen hebben en daardoor aangewezen zijn op de gratis condooms van de overheid
Voor hen is dit de enige manier om legaal en financieel stabiel te blijven: een vierde kind kunnen ze niet betalen. Voor hun zoontjes zijn de opgeblazen condooms ballonnen, naïef kindervertier. Tegenover die vrijheid – de ballonnen voor de kinderen en de anticonceptie voor hun ouders – staan de culturele taboes die Drolsma beklemmen. Taboes op seks, anticonceptie en abortus. Wanneer ze uiteindelijk toch zwanger is, rollen er geen tranen van blijdschap, maar van verdriet. De euforie en seksuele vrijheid die de gratis condooms hen boden, maakt plaats voor prangende twijfel. Houdt de moeder het kind of niet?
In een religieuze cultuur waar paarden nog maar net ingeruild zijn voor brommers, vliegtuigen alle hoofden naar de lucht doen richten en 'wetenschap' een nieuw begrip lijkt, is abortus allesbehalve vanzelfsprekend. Zeker wanneer de inwonende grootvader overlijdt en zijn ziel, conform de boeddhistische mystiek, zal reïncarneren. Dat Drolsma in diezelfde periode zwanger wordt, kan geen toeval zijn. De ziel van de pater familias heeft haar lichaam gekozen en zal bij een abortus een tweede keer lijden, een tweede keer sterven.
Drolsma is haar tijd vooruit. Ze denkt aan de toekomst van haar gezin en ongeboren kind. Vader Dargye blikt terug, hij denkt aan het verleden en zijn eigen vader. Toch staan traditie en vooruitgang niet zonder meer lijnrecht tegenover elkaar. In ‘Balloon’ gaan een traditioneel-religieuze en een moderne levenswijze hand in hand. Ze zijn twee zijden van dezelfde munt. Drolsma’s blik is voorzichtig hoopvol op de toekomst gericht terwijl Dargye speurt naar wat veilig en bekend is. Samen behouden ze het evenwicht, kijken ze naar elkaar. Met ‘Balloon’ bevestigt Tseden dat hij geen zinnenschrijver maar een oeuvreschrijver is. Doorheen zijn carrière verrast hij met herhalingen en variaties op dezelfde motieven en stijl. Zo herinnert de aandacht voor de relatie tussen Dargye en zijn kudde schapen aan die tussen Jinpa en zijn schaap in het poëtische ‘Jinpa’. Dier en mens spiegelen zich aan elkaar, vinden zichzelf in elkaar. In ‘Balloon’ huurt Dargye een ram om zijn ooien te bevruchten. Het gezin hoopt op zo veel mogelijk jongen. Die hoop heeft uiteindelijk meer effect dan gewenst want zelfs de vrouw des huizes is zwanger.
Ook qua stijl zet Tseden zijn eigen traditie verder. Wit-blauwe, overbelichte beelden, afgewisseld met scènes die door hun speciale status – droom, visioen, herinnering – een andere kleurenfilter krijgen. Tussen droom en daad, heden en verleden, vooruitgang en traditie dwalen Dargye en Drolsma van elkaar af om terug naar elkaar toe te gaan. Voor hen betekent een volgend kind sociaal verval, voor Tseden vormt zijn nieuwste filmkind de bekroning van een oeuvre. En de hoop op meer.