De kinderen van een dorpje, hoog in de bergen in Koerdistan, zijn dol op voetbal. Een plein waar ze tegen de bal kunnen trappen, hebben ze echter niet. Nergens in het dorp is er een vlakte te bespeuren waar ze kunnen spelen. De bewoners zijn het beu dat de meisjes en jongens in de hellende straatjes achter de bal aan rennen of hun ramen aan diggelen trappen. De kinderen zelf dromen ervan om ooit een écht voetbalveld te hebben in het dorp, zodat ze ongestoord kunnen oefenen. Na de zoveelste aanvaring met de volwassenen van het dorp besluiten ze samen met een oud-voetbalspeler het heft in eigen handen te nemen. Ze trekken de bergen in, op zoek naar een plaats die groot en vlak genoeg is om er een voetbalveld van te maken. Geen simpele opdracht in deze rotsige omgeving.
De kinderen in ‘Blue Girl’ lopen over van energie en creatieve ideeën. De originaliteit en de volharding die zij aan de dag leggen om hun droom te realiseren, neemt het publiek mee in dit charmant en inspirerend verhaal. Net zoals de uitdaging die de kinderen zichzelf gesteld hebben, niet van de ene dag op de andere klaar is, neemt ook de regisseur zijn tijd om het publiek mee te nemen en te laten observeren. Zo merk je achter het kinderlijke enthousiasme al snel, dat gelijkheid tussen jongens en meisjes in de Iraanse maatschappij niet vanzelfsprekend is.