El Viento Que Arrasa - Afstand van de Vader
door Maxim Morel
Wind, onweer en hitte woeden door El viento que arrasa van Paula Hernández, een portret van twee botsende geloofssystemen, die gezinsdynamieken op de proef stelt.
Een wagen doorkruist het Argentijns-Braziliaanse grenslandschap. Onherbergzame wegen worden aangesneden, terwijl wind met groeiende beaufort door de bomen ruist. Felle zon verlicht de gezichten van een vader aan het stuur (Alfredo Castro) en zijn dochter op de achterbank (Almudena González). In haar slow road movie schetst regisseuse Paula Hernández hun reis door het achterland op zoek naar te zuiveren zielen. De vader, dominee Pearson, staat daarbij te midden van het volk. Zijn dochter Leni registreert in achterkamers zorgvuldig zijn woorden op audiotapes.
Autopech zorgt voor een shift in het narratief. In de broeierige hitte staan vader en dochter gestrand. Een man passeert en brengt het gezelschap naar automecanicien Gringo (Sergi López) en zijn zoon Tapioca (Joaquín Acebo). Schuilend voor naderend onweer en in afwachting van herstel mogen ze bij hen verblijven. Het treffen van de twee gezinnen zet echter religieuze zekerheden en gezinshiërarchieën op de helling. In afzondering bij elkaar opent er voor beide jongvolwassenen een venster naar een ander leven. Poëtische beeldkaders van het omliggende, golvende landschap dragen je als kijker mee in het isolement. De oplopende temperatuur zorgt naast ophopend zweet ook voor een stijging van onuitgesproken frustraties tussen de ouders en kinderen.
In Gringo’s religieuze scepticisme vindt Leni een bevestiging van haar eigen geleidelijke geloofsverzaking. Wanneer haar vader Tapioca tracht te overtuigen van het christelijke geloof door het persoonlijke verleden van de jongeman onder de loep te nemen, verwringt haar gezicht. Haar escapisme, dat belichaamd wordt door beelden van ongerepte landschappen, is echter niet totaal en in relatie tot haar vader blijft haar positionering duaal. Tegenover haar gastheren benoemt ze haar vader als een goed persoon. Als die vragen waarom, kan ze er niet omheen dat ze religieuze motiveringen aanhaalt. Ook Pearson voelt het wegzagen van deze fundamenten door haar geleidelijke religieuze afvalligheid. Als de gehele relatie gestoeld is op deze manifesten, wat rest er dan?
Naarmate Leni’s afstand tot het geloof groter wordt, stijgt ook Pearsons toenadering tot Tapioca, die een groeiende interesse toont voor het vertoog van de dominee. Wanneer de nacht nadert, drijven de spanningen ten top. Tijdens de razernij van de wind en het kletsen van de regen komt het tot een rechtstreeks conflict tussen Gringo en Pearson, gevoed door een afkeer van elkaars levensvisies. De kinderen houden de ouders uit elkaar en de verwrongen gezichten van alle personages leiden de gesprekken. Tapioca wil mee met de dominee en Gringo stemt bijna woordeloos in met de beslissing van zijn zoon.
Ochtendlicht breekt aan en de auto neemt een nieuwe passagier mee. Wolken hebben plaatsgemaakt, maar de wind ruist in zijn naweeën door. In een zeldzame, directe confrontatie breekt Hérnandez met haar storytelling van het niet-vertelde. Leni vraagt Pearson om haar vader te zijn en niet haar dominee. Waar Gringo vaderlijk zijn zoon heeft losgelaten, kan Pearson dat niet met zijn dochter. Hun verhouding bestaat voor hem inherent uit het inclusieve karakter van het goddelijke. Daarbij laat hij het uit om een directe relatie met zijn dochter aan te gaan en verliest haar zo langzaam. De kracht van de film ligt daarom in zijn reflectie op alleenstaand ouderschap. Bij elke opgaande en neergaande windstoot wordt de kijker meegesleurd in het intense spel van aantrekking en afstoting tussen de personages, tussen vaders en hun kinderen. Rollenpatronen verschuiven. Leni neemt haar vaders woorden niet op. We zien voor het eerst emotie in Pearsons gezicht terwijl zij haar geloof achter zich laat. De film eindigt waar hij begint. Met het preken.